Functie

Een functie van een lichaam (evolutieproduct of cultuurproduct) drukt uit waarvoor dat lichaam of een onderdeel van dat lichaam geëvolueerd of ontworpen is. Op deze site gebruiken wij het begrip functie enkel in de betekenis van een geëvolueerde lichaamsfunctie waarvan een biologisch organisme drager is.

Een functie is de taak die een deel van een organisme heeft. De studie hiervan is onder meer de fysiologie. Naast de functie heeft elk deel van een organisme ook een structuur of mechanisme, wat bestudeerd wordt in de anatomie en histologie.
Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Functie_(biologie)
We volgen deze definitie en verduidelijken dat functies mekaar opvolgen in een reeks en dat elke functie aanzet tot actie.

Definitie: Een biologische functie is de taak waarvoor een deel van een organisme geëvolueerd is. Alle organismen hebben de levenswil als eerste functie gemeen. Functies maken deel uit van een reeks waarin ze mekaar opvolgen en aanzetten tot een specifieke actie.

Functies kunnen we, zoals krachten in de fysica, niet als dusdanig waarnemen. En ook het bestaan van functies kunnen we zoals het bestaan van krachten, enkel maar afleiden uit de acties die ze veroorzaken.

Evolutie van functies

  1. De tabel geeft een overzicht van de soorten biologische functies met hun onderlinge samenhang. De biochemische verklaring van hoe deze functies werken, wordt bestudeerd in de fysiologie. Het functioneren van organismen wordt bestudeerd in o.a. de ethologie (gedragsleer) en psychologie.
  2. De levenswil omvat de verzameling van psychische en fysische behoeften die aan de basis liggen van alle overige fysische en psychische functies. Organismen met een kenvermogen beschikken over een primair verstand waarmee zij kunnen ervaren of ‘leren kennen’ wat ze waarnemen en willen.
  3. Andere fysische functies bij de dieren zijn bv de bloedsomloop, het zenuwstelsel de stofwisseling en de functies van organen.
  4. Het is niet zo dat alle functies zijn geëvolueerd in de volgorde die de tijdsbalk aangeeft, daarom het +- teken. De psychische functies zijn bv niet na alle fysische geëvolueerd.

Van de vier algemene functies (levenswil, gevoel, primair verstand en gewoon verstand) gebeuren de acties van de levenswil zonder medeweten van het dragend organisme (zonder blauwe achtergrond in onderstaand diagram). De acties van het gevoel en het verstand gebeuren wel met medeweten van het organisme (met blauwe achtergrond) maar enkel de mens en de hogere zoogdieren zijn er zich bewust van.

Soorten functies met hun acties

  1. De levenswil is de initiële functie met louter fysiologische acties, die alle organismen gemeen hebben. Ook planten hebben een levenswil maar enkel de mens en dieren hebben een kenvermogen.
  2. Dit medeweten is onbewust voor de lagere diersoorten en bewust voor de mens, de zoogdieren en de vogels.
  3. 'Voelen en waarnemen' kunnen als fysiologisch fenomeen worden vastgesteld, maar ‘willen’ niet, voor meer info zie fysiologie.
  4. De autonome acties van het kenvermogen worden altijd door het organisme ervaren. De lagere diersoorten ervaren deze acties onbewust, de mens, zoogdieren, vogels e.a. ervaren ze bewust.

Gekoppelde stellingen

Er zijn nog geen gekoppelde stellingen

Gekoppelde artikels

Er zijn nog geen gekoppelde artikels

Er is nog geen overleg

Plaats een reactie


* Velden verplicht
Registreer nu of meld u aan zodat u niet telkens uw voornaam, naam en email hoeft op te geven